foto’s: Henk Siekmans

Het eerste exemplaar van Kop der veur – lockdownportretten is door fotograaf Otto Lussenburg (rechts)  overhandigd aan Marco Out, de burgemeester van Assen (links). Met grote interesse bekeek de burgervader ‘zijn’ burgers in lockdown; ook hij kon die lange tijd niet zien. Kop der veur is een prachtig portret geworden van hoe mensen de lockdown zijn doorgekomen. Otto Lussenburg maakte 206 foto’s van mensen (individuen, gezinnen, huisdieren) achter het glas van hun woonruimte. Hij legde de verscheidenheid van mensen vast, maar ook de verstilde stad gereflecteerd in de ramen.

Hoe is het boek ontstaan? Hoe kwam hij aan zijn mensen? Otto Lussenburg vertelt hoe het begon in de kerk en dat de kring steeds groter en groter werd:
‘Toen Lockdown 2 begon, wilde ik mensen laten merken dat ze er niet alleen voorstonden. Zelf had ik ook lucht nodig. Naar voorbeeld en met toestemming van Ciara Leeming, die iets dergelijks in Manchester heeft gedaan, ging ik foto’s maken van mensen in lockdown. Eerst heb ik een willekeurige groep mensen benaderd uit de PKN-kerk in Assen. Allemaal mensen die de deur nauwelijks uitkwamen. De meesten vonden het leuk en toen ben ik het groter gaan aanpakken. Ik heb meer mensen gevraagd en heb hulp gezocht om met andere personen in contact te komen. Dat ging via-via, een oproepje in het kerkblad, een nieuwsbrief etc. Begin 2021 belde het tv-programma Petrus in het land. Zij hebben gefilmd hoe het maken van de portretten verliep. In die tijd kreeg ik ook behoefte aan meer verscheidenheid. Ik zocht ook zomaar mensen. Toen ik per ongeluk op een verkeerd adres aanbelde, vond die bewoner het zo leuk dat zij ook graag op de foto wilde. Ik ging in bredere kring zoeken. Kreeg contact met de Molukse kerk, moskeeën, iemand bracht met in contact met statushouders etc. etc. Als ik ergens langs fietste waar iemand in de tuin was of iets aan het doen was, vroeg ik ook of die wilde meedoen.”
“Ik was al een tijdje bezig toen ik me realiseerde dat ik niet alleen een beeld van de mensen vastlegde, maar ook van de stad. In de ramen en aan de huizen is te zien hoe de Assense straten eruitzien en -zagen: divers en stil. Zo heb ik bijna ongemerkt niet alleen een tijdbeeld gemaakt maar ook een beeld van de stad.”