Op 11 oktober 2019 werden de zeven mannen van Het Sluisje herdacht. Bert Euser, die er het gelijknamige boek over schreef, was een van de sprekers.
Dit is de tekst die hij heeft uitgesproken:
Hedenmiddag, 11 oktober 2019, was er sprake van een historische, maar bovenal emotionele busrit van nabestaanden naar de omgeving waar zich vijfenzeventig jaar geleden een groot menselijk drama heeft afgespeeld. Het gaat dan om de standrechtelijke executie door de Duitse bezetter van ‘De zeven mannen van Het Sluisje’: vaders, zonen, broers en echtgenoten, mannen die woonden en/of werkten op het buurtschap Het Sluisje.
Vele van onze dorpsgenoten kennen deze geschiedenis uit het boek De Vergeldingvan de hand van Jan Brokken, gepubliceerd in januari 2013, waarvoor ik het vooronderzoek heb verricht. Sinds die tijd is er een nieuwe generatie jongeren bijgekomen en hebben vele nieuwe burgers zich in onze gemeente gevestigd. Niet iedereen in Rhoon en Poortugaal is nu nog bekend met deze dramatische geschiedenis.Voor de nabestaanden behoeft dit drama geen toelichting, deze gebeurtenis staat in hun geheugen gegrift.
In De Schakel van 3 oktober jl. is de volgende beknopte samenvatting geplaatst van de gebeurtenissen op 10 en 11 oktober 1944.[1]
‘Op de avond van 10 oktober 1944 wordt een Duitse soldaat geëlektrocuteerd door een los hangende elektriciteitskabel, met zijn dood tot gevolg. Dit gebeurde aan de Rijsdijk, vlakbij de vlasfabriek in het buurtschap Het Sluisje. De Duitse bezetter vermoedt sabotage en pakt een groep mannen op voor verhoor. De groep wordt afgevoerd naar een school in Hoogvliet. Eén van hen werd vrijgelaten omdat hij nog geen achttien jaar is. Uiteindelijk worden de mannen de volgende dag, op 11 oktober teruggebracht naar Het Sluisje. Daar worden zij nabij de Vlasfabriek tegen de muur gezet en standrechtelijk geëxecuteerd. De huizen van de gevallenen worden nog diezelfde dag in brand gestoken en ook het stoomgemaal gaat in vlammen op.’
Een klein jaar later, op 10 augustus 1945 om zes uur ’s avonds, werd ‘het monument voor de zeven gefusilleerden bij de vlasfabriek te Rotterdam grenzend aan Rhoon’[2], onthuld. Het was een wit kruis met de tekst ‘VOOR HEN DIE VIELEN’, met op de voet van het monument een afbeelding van de Nederlandse Leeuw. Dit was het initiatief van het Comité van Illegalen te Rotterdam. Het woord illegalenhad in die tijd een andere betekenis, dan in de huidige tijd. Het ging toen om mensen uit het verzet, veelal mannen die in de illegaliteit actief waren. De initiatiefnemers van dit monument werden vertegenwoordigd door de heren P. Bezemer en D. Langerveld uit Rotterdam.
Na afloop van de onthulling was er destijds een bijeenkomst in de dorpskerk in Rhoon. Op 4 mei 1946 was sprake van een kerkdienst in de Dorpskerk, gevolgd door een stille tocht van de kerk, via het Kerklaantje (in de volksmond ‘Laning’ genoemd), de Molendijk, Groenendijk, Kortedijk en Rijsdijk naar Het Sluisje[3]. De deelnemers aan deze lange stille tocht verzamelden zich bij de dorpskerk, na afloop van de stille tocht en de dienst ging ieder weer zijns weegs. Hoe vaak deze tocht gehouden is heb ik nog niet kunnen achterhalen. Ik kan mij wel herinneren dat ikzelf in de vijftiger jaren enkele malen aan de hand van mijn vader heb meegelopen. (Lees verder onder de afbeelding)
In 1970, was er sprake van de verplaatsing van het monument i.v.m. de reconstructie van de wegen rond de Rotterdamse Rijsdijk. Aanvankelijk wilde de gemeente Rotterdam dit monument verplaatsen naar het Parmentierplein op het haven- en industrieterrein Waalhaven (het voormalige vliegveld Waalhaven). Aangezien het herdenkingskruis betrekking heeft op de voormalige inwoners van Rhoon, is in overleg met nabestaanden, de toenmalige burgemeester en de kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde gemeente, gekozen voor een plek naast de dorpskerk in Rhoon.[4]
De plaats van de vlasfabriek, de plek van de executie van de zeven mannen, lag in het gebied van de nieuwe rijksweg A15 en was daarmede ongeschikt als locatie voor een herdenking. Sinds vanmiddag is er nu wel een plaatsaanduiding op de lage Kleidijk, welke verwijst naar de locatie en de gebeurtenissen op 11 oktober 1944. Dit als een tastbaar en blijvend herinneringsteken aan Het Sluisje en de bewoners.
De oorspronkelijke plaats van de gebeurtenis mag dan tegenwoordig onbereikbaar. onvindbaar en onherbergzaam zijn, de behoefte aan herdenken is er sindsdien zeker niet minder om geworden.
Bij het schrijven van De Vergeldingis destijds bewust gekozen voor het gebruik van schuilnamen voor de bewoners van Het Sluisje. We wilden toen de betrokken bewoners beschermen tegen nieuwsgierigen en de media. In de praktijk bleek dit effectief, een groot aantal van de ruim 200 personen in het boek bleek niet of zeer moeilijk te achterhalen, zelfs niet voor dorps- of generatiegenoten. Er is echter ook een nadeel aan het gebruik van schuilnamen. Als de namen van de slachtoffers onbekend blijven en de achtergrondkennis ontbreekt, dan wordt inhoudsvol herdenken sterk bemoeilijkt.
Ook nu, decennia na de standrechtelijke executie van de zeven mannen bestaat er grote gevoeligheid, intens verdriet en zijn er open wonden bij de nabestaanden. Toch vond ik dat het na 75 jaar een passend moment is om de namen van de zeven oorlogsslachtoffers te noemen en hun persoonlijke geschiedenis te verhalen. Dit in de vorm van een geschreven herinnering, en daarmee een klein monument in boekvorm voor hen en hun families op te richten.
De 75-jarige herdenking van de zeven mannen van Het Sluisje vandaag, 11 oktober 2019, de vernieuwing van hun grafstenen door de Oorlogsgraven Stichting (OGS) en de brede acceptatie in Nederland van het herdenken van slachtoffers, zoals bij de vliegramp met de MH17 in 2014, vormen de directe aanleiding hiervoor. Ik heb geprobeerd een monument in woorden en foto’s op te richten voor de zeven mannen die zo belangrijk zijn voor onze Rhoonse oorlogsgeschiedenis. Een verhaal uit oorlog en bezetting, in een tijd waarin de vrijheid ontbrak, er ook geen sprake was van veiligheid en het vertrouwen in de medemens niet altijd meer aanwezig was, een tijd ook waarin gebrek was aan voedsel, kleding en andere eerste levensbehoeften. Maar ook een herinnering aan hun gezinnen en families, die het verdriet om het verlies van hun geliefde(n) een leven lang met zich mee hebben gedragen.
Er is door mij gekozen voor een vorm waarin het verhaal van elk van de zeven mannen van Het Sluisje geplaatst wordt tegen de achtergrond van hun familiegeschiedenis, de verhoudingen in het dorp en hun beroepsleven. Hierbij heb ik vooral gebruik gemaakt van informatie die ik tijdens de gesprekken met familieleden en andere berokkenen, tijdens mijn eerder historisch onderzoek heb verkregen. Door het gebruik van de historische foto’s van Kor van Pelt krijgen de mannen van Het Sluisje, zowel letterlijk als figuurlijk een ‘gezicht’.
Herdenken begint evenwel met het noemen van de namen van de betrokkenen, ieder mens draagt een eigen naam. Door het noemen van de namen van degenen die ons ontvallen zijn, blijven zij in onze herinnering voortleven. In onze gemeenschap kennen wij deze traditie eigenlijk niet zo. Dit in tegenstelling tot andere culturen en gemeenschappen. Ik geeft u enkele voorbeelden
In Auschwitz en zijn nevenkampen kwamen bijna 57.000 Joden om het leven, die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Nederland waren gedeporteerd. Het is een onvoorstelbaar getal. Maar de onpersoonlijke cijfers betreffen hele families en meerdere generaties, een vader, een moeder, een opa en oma, een echtgenote, een zusje, een broertje. Zij leven voort in hun namen. Op de expositie in het Nederlandse paviljoen in een van de barakken van Auschwitz is een digitale namenwand gerealiseerd. Via de beginletters van de namen kan op de naam van elk slachtoffer worden ingezoomd.
Op woensdag 4 mei 2011 werden in het Oorlogs- en Verzetsmuseum in Rotterdam door basisschoolleerlingen familienamen voorgelezen van de vele Joodse Rotterdammers die tijdens de bezetting via Loods 24 zijn verdwenen en nooit teruggekeerd. Daarna werd een minuut stilte in acht genomen.
In Yad Vashem (Israël) waar sinds 1955 de namen verzameld worden van de slachtoffers van de Holocaust worden dagelijks de bandopnamen afgespeeld met de namen van de kinderen.
Jaarlijks wordt op 17 juli de ramp met de MH17 (2014) herdacht. De namen van de slachtoffers hebben ook in 2019 weer geklonken. Bij elke naam hoort een gezicht, een stem, een geur, een herinnering, een verhaal.
Wij leven in een tijd waarin de gebeurtenissen in andere landen ook door de moderne communicatie met ons worden gedeeld. Wellicht kunnen wij ook inspiratie putten uit de wijze waarop in andere landen en plaatsen herinneringen levend worden gehouden. Veelal door het noemen van Namen.
Ik stel voor dat wij nu de namen noemen van de zeven mannen van Het Sluisje.
Nadat u van uw zitplaatsen bent opgestaan, worden met ere hun namen genoemd, aansluitend houden wij twee minuten stilte:
Cornelis Barendregt 44 jaar
Johannes Kouwenhoven 22 jaar
Leendert Kouwenhoven 23 jaar
Jacob de Raadt 29 jaar
Leendert Hendrik Spoormaker (vader) 45 jaar
Leendert Hendrik Spoormaker (zoon) 21 jaar
Johannes Hendrik van der Wagt 31 jaar
[1]Themapagina HERDENKEN gemeente Albrandswaard, pagina 7; gebaseerd op interview met B.G. Euser;
[2]Brief van het Comité van Illegalen d.d. 8 augustus 1945, Aan de Hoogedelgestrenge Heer van Es, burgemeester van Rhoon
[4] Informatie van D.J. Moerkerken, voorzitter Raad van Verzet Rotterdam-Zuid;