INWONER, de debuutbundel van Wibo Kosters blijft niet onopgemerkt. En terecht, want het is een in alle opzichten originele bundel. Vandaag kwam de recensie van Meander online, waarin Maurice Broere het volgende concludeert: Een toegankelijke bundel met een gevarieerde inhoud, mooie observaties en humor. Ernstiger zaken als de dood van een geliefd familielid schuwt Kosters niet. Aan het fenomeen stadsdichter wat ik toch wel waarneem, weet hij een aardige draai te geven. Alleen het raadsel van die ene komma, dat wordt niet opgelost.
Eerder verscheen ook een recensie op Tzum waarin Remco Ekkers schreef over een gecomponeerde eenheid, waarin plaats voor humor en melancholie. Over de illustraties van Bas Kosters schrijft Ekkers: Zijn broer Bas Kosters maakte de illustraties. Bij het gedicht ‘bebording’ tekende hij een poetsende man met eenvoudige blauwe en rode kleurstreken. Zijn hoofd is een huis, zoals in de meeste tekeningen. In een enkele tekening is een huis een hoofd. De tekeningen vertonen een monterheid die goed past bij de gedichten.
Boomsma van NBD Biblion typeert de bundel als sympathiek en authentiek. Hij schrijft: Deze stadsdichter van Deventer (1978) noteert al zwervend door zijn stad aan de IJssel wat hem opvalt: de dingen, de dieren en de mensen: ‘de dingen hebben meer geheugen / dan de mensen en de dieren’. Het plein, de bioscoop, het park met een stadsnomade die een tas met bierblikjes bezit, de leegstand, de cafetaria, wat er zich ondergronds afspeelt; dat allemaal legt hij vast in nuchtere, weemoedige en melancholische omschrijvingen en beelden. Wars is hij van rijtjeshuizen en vinexwijken, oplettend als er iets bijzonders gebeurt. Af en toe moet hij eruit om de stad vanaf een afstand te ervaren. Maar hij komt terug. In de taal legt hij alles vast, al blijft het behelpen: ‘een hond is een mens zonder het gebrek van taal’. De dichter is ook performer, merkt de lezer aan de blues en het ritme in de versregels. Treffend geïllustreerd.